Beste Darwin,
Ik ben af en toe benieuwd hoe mensen mij zich voorstellen wanneer ik dicht. Het is een apart proces. Soms ben ik een half uur aan het kloten met alleen de eerste zin, zonder dat er iets uit komt, en andere keren lukt mij hetzelfde in vijf minuten. Ik pak er vaak wel een rijmwoordenboek bij hoor, het internet is een goede vriend.
Als ik bezig ben, voel ik me een smid. Ik heb een opdracht, ik heb een plan en tijd. Ik heb materiaal in mijn handen, de woorden zijn mijn staal, mijn hamer is mijn drang naar een vloeiend geheel en het aanbeeld is het ritme van de zin.
Slecht staal maakt slechte werktuigen, maar aan de andere kant heeft elk soort staal zijn plek. Woorden hebben ook een kwaliteit. De woorden die je vooral gebruikt ziet in smartlappenmuziek zijn vaak cliché en maken geen unieke ervaringen met een gedicht.
"Ik heb zo lang zitten wachten
In die koude donk're nachten
Ik ben nu wel zo ver weg van jou
En huil omdat ik nog van je hou"
Wie zou zoiets durven maken? Ohja, ik zojuist. Het vervelende is alleen dat ze erg sterk zijn. 'Jou' en 'hou' passen waanzinnig goed bij elkaar, en passen ook in elk gedicht over liefde. Natuurlijk heb ik ze wel eens gebruikt, maar zo min mogelijk.
Ritme is haast belangrijker. Een goed ritme bij een lang gedicht kan met behulp van alliteratie (Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan) mensen in een soort trance brengen. Het werkt hypnotiserend, in ieder geval bij mij. Google "The Raven" maar, zeker waard om tijd aan te verspillen.
"I do some rhyme from time to time,
To jest and to admire,
But words aside, I cannot hide,
The intentions of a liar.
If I want you, my words are true,
And full of love and praise.
But truth be told, my lips will fold,
Less on words than on your face."
Sulicius Original
Maar als ik met mijn dichtdrang de woorden op het ritme sla, staat het zweet van zorg op mijn voorhoofd. De vlammen van emotionele invloed moeten op afstand gehouden worden. Voor ik het weet brand ik me, beter gezegd, schrijf ik een gedicht dat puur uit eigen ervaringen voortkomt. Het gebeurt vaker dan ik durf toe te geven, en je zult ook zien dat mijn gedichten vaak een bepaald thema hebben van "afwijzing" en "mooi maar ver". Ai, vuur is heet.
Waarschijnlijk denken mensen dat ik als een man uit 1800 met een fles wijn, vulpen en perkament bij avondrood op een heuvel met een gebroken hart versjes aan het fabriceren ben. Niet dus. Meestal lig ik in bed en kan ik niet slapen, of erger nog, zit ik gewoon een potje te schijten op de wc. Badderen werkt ook.
Hier wat van vandaar. Stemmig: wanhopig, moe.
Breken
"De klagend kluizenaar zit met zijn handen in zijn haar.
Hij wil het slot slopen maar kan alleen nog hopen
|Dat zijn donk're duist're deur nog één keer open gaat.
Hij heeft al zo veel tijd verloren, maar nu is het te laat.
Al het licht is nu gedoofd, hij zit gevangen in zijn eigen hoofd."
Ok, dat was grofweg deprimerend. Begon wel lekker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten