zondag 11 september 2011

I run the god-damned pretzel store

Waarom is het vaak zo moeilijk om jezelf te zijn? Er zijn zo veel mensen die niet zichzelf kunnen zijn. Het is altijd wat lastig, maar het kan. Ik voelde me de laatste paar jaar op mijn middelbare school zo op mijn gemak dat ik mezelf heb willen laten zien. Als je eenmaal vrienden hebt die je accepteren dan kun je je vrijer bewegen. Alhoewel, vrienden moeten eigenlijk je vrienden worden omdat je jezelf bent. Vrienden die je dan mogen zullen je altijd mogen, waarom pak ik, en zeer waarschijnlijk veel anderen, het dan zo raar aan?
Ik gok dat het komt omdat ik eerst bang ben. Bang om meteen mensen een verkeerde indruk te geven. De indruk dat ik zo gek ben als ik ben. Door me eerst een beetje neutraal op te stellen leer ik mensen kennen. Cool toch?

Ik probeer ook mensen te accepteren zoals ze zijn, al hebben sommige mensen daar meer moeite mee. Tuurlijk heb ik ook een godsgruwelijke hekel aan mensen om hun doen en laten, maar er zijn mensen die ik niet zo zeer mag, maar eerder bewonder. Bewonder om hoe ze ik elkaar zitten. Neem een zekere Meneer B. Meneer B is zo nichterig als de pest. Hij praat en loopt als een wijf en is ook nog eens irritant en oppervlakkig. Er zijn weinig mensen die hem uit kunnen staan, ook ik heb er vaak last van. Maar hij is speciaal. Hij is een type die ik interessant en bijzonder vind. Hoe vaak kom je zo'n typ tegen? Het is iemand die je kan verrassen door zijn andere manier van denken en doen en daar kan ik van leren. Helaas heb ik altijd de neiging om net zo "gay" te reageren op hem, zonder dat ik het door heb.
Neem Mister T. Een sarcast, doet zich oppervlakkig voor en heeft een duidelijke hekel aan alles wat anders is. Hij oordeelt over mensen die hij niet kent alsof het zijn vak is, en maakt van oordelen over de mensen die hij wel kent een kunst. Hij had zelfs een hekel aan mij, geen wonder. Toch is hij een soort vriend van mij geworden die ik gedoog en waar ik ontzettend mee kan lachen. Achter zijn harde schil zit een veel zachtere kern die hij nauwelijks laat zien. Ik hou ervan om hem voor schut te zetten.
Neem Mevrouw R. Nee, neem niet mevrouw R. Ze is iemand die ik haat tot op het bot, iemand waarvan ik zeker weet dat de wereld haar kan missen. Ze snapt me niet, terwijl ik haar vaker dan niet beter door heb dan zij zichzelf. Daarbij komt ook nog eens dat ze zo, zo... Laat ik maar ophouden. Ik ga zelfs liever niet met haar om. Eerst wel een beetje, niet met opzet, wanneer ik haar vooral plaagde op een manier die de meeste mensen wel kunnen hebben. Zij niet. Ze was zelfs een keer echt boos, écht boos op mij geworden om zo'n plagerij. Noem het van mijn part pesten als ze het zo heeft ervaren. Ik kan haar alleen maar uitlachen en hopen dat ik haar niet meer tegenkom. Ze is iemand die niemands leven verrijkt, die de wereld niet mooier maakt (zeker niet) en iemand die mij écht boos kan maken. Maar ze is een harde werker en een goed hoofd voor iets zwaars. Zo lang ik maar niet meer met haar om hoef te gaan.
Ik dwaal al weer af.


Shatner of the Mount

Afgeraden, afgewezen zette ik mijn voeten op het pad
De klim, ik weet het, niet slim alsof ik geen andere keuze had
Laat in de lente liet ik mijn eerste stappen maken
Door mijn benen, trouw geplaatst, onder mij om de grond te raken

Waarom beklim ik deze berg,
Waarom is dit noodlot erg?
Ik maak de berg van mij
En omhels hem zoals jij

Alleen ik trotseerde de zomerzon de hele dag
Lekgestoken door de muggen als ik in de schaduw lag
De nachten werden killer zonder sterren zonder maan
En zonder het verlangen kon ik niet verder gaan

Waarom beklim ik deze berg,
Waarom is dit noodlot erg?
Ik maak de berg van mij
En omhels hem zoals jij

Alle jongens met hun dromen grijpen de uitdaging van steen
Maar toen ik de berg uitdaagde was ik moederziel alleen
Geen bomen in de rotsen, geen gras meer in de sneeuw
Ik kon de kilte voelen, het vroor hier al een eeuw

Waarom beklim ik deze berg,
Waarom is dit noodlot erg?
Ik maak de berg van mij
En omhels hem zoals jij

De wind beet door mijn kleren maar de liefde brandde door
Vandaar dat mijn tong nog net niet aan mijn gehemelte vroor
Uitgemergeld, uitgeput kwam ik verloren op te top
De dood nam me in zijn armen want mijn liefde was nu op

Geen opmerkingen:

Een reactie posten