vrijdag 22 juli 2011

...path, one we all must take.

Ik weet nog steeds niet wie dit blog allemaal leest, waarom, hoe goed ze me kennen en wat ik hier doe. Ik zou best meer hier neer willen zetten, maar ik durf soms niet.

- Mier met Carriére
 
Kleine mier, jij loopt zo vlug
Naar wat eten en dan weer terug
Naar dat holletje in het zand
Daar zijn mijn kruimeltjes allen beland
 
Maar miertje, wil je niet dromen
Om hogerop te komen?
Een carrière en eigen nest
Zeg miertje, dat kun je best!
 
Mama laat je alleen niet weg
Wat ik ook tegen je zeg
Dus kleine mier loop maar vlug
Met mijn kruimeltjes terug.
 
               - Huil niet, papa
 
De dag dat ze het hem vertelde
Huilde hij voor haar zo blij
Zo waren ze samen verbonden
Door die kleine meid erbij
 
Zo'n wonder, zo'n schatje
Hij was gek op haar,
Maar de vrouw kreeg problemen
En ze gingen uit elkaar.
 
Oh vader, nu ben je zo verdrietig
Zonder je dochterlief
Ze was van jou, zo mooi
Ze was je hartendief
 
Je zou haar kleertjes kopen
Haar in slaap sussen in de nacht
Met het liedje van je oma
Kietelt haar tot ze lacht
 
Vadertje huil nou niet,
Ze komt ook wel bij jou
Je kunt het niet volhouden
Dus smeek je bij je vrouw.
 
Meisje, je papa houd van jou
Ook al zie je hem niet meer
Als je wat ouder bent
Bezoekt hij je elke keer
 
Mama, wees toch lief
Hij heeft fouten gemaakt
Maar ben je dan zo hartenloos
Dat deze vaderliefde je niet raakt?
 
               - Leugenaar!
 
Hoe kan ik je vertrouwen na de leugens, na het leed
Je zei dat je zou veranderen, je zei dat het je speet.
Hoe kan ik je geloven, na wat je hebt gezegd?
Je bent zo schijnheilig, zo ontzettend slecht.
 
Ik heb zo veel verdriet gehad en nu ben ik verlost
Van je bedrog wat mij zo veel heeft gekost.
Je kruipt nu als een beest, je smeekte me maar weet
Dat ik jou mankementen nooit meer vergeet!
 
Nu heb ik genoeg gehad, verdwijn uit mijn leven!
Ik heb zo'n leugenaar als jij niets meer te geven!
Ik kan je niet meer aanzien, wat weerhoud je om te gaan?
Kom nooit meer terug, ga weg hier ver vandaan!

 

donderdag 21 juli 2011

Blood and Glory

Ik moet nog een naam verzinnen voor mijn perfecte vrouw, mijn muze, nimf, feeks en vloek. Ik zat aan iets klassieks klinkend te denken, maar ze moet, net als mij, drie aspecten hebben. De menselijke kan, de wijsbegerende kant en de artistieke kant. Ok ik kan hier zelf niet eens serieus bij blijven. Op naar de gedichten dan maar.

- IJskoud
 
Mijn tanden klapperen, lippen trillen
Handen gebald, mijn rug blijft rillen
Ik heb het zo verschrikkelijk koud,
Is er dan niemand die er van me houdt?

De dampwolk die ik uitblaas
Is mijn enige vriend helaas
Maar ik raak hem altijd kwijt
Als de wind zijn ziel verspreid

Ik kan niet huilen, dat kan ik niet meer
Alles hoort stil bij dit kille weer
Ik heb het zo verschrikkelijk koud
Is er dan niemand die er van me houdt?

            - Marjon

Ze heette Marjon en droeg heel veel zwart
Veel duister en donker, maar had een klein hart.
Schoenen met kettingen, boeken over de dood.
Omdat een leuke jongen op school haar die bood.

Nu doet ze rituelen met kaarsen en bloed,
Samen met hem, maar niet omdat ze het moet.
In haar kamer met schedels en zwart behang,
Is ze zonder de jongen in het donker bang.


            - Einde

Breek alles af en laat niets heel
Een ruit in de deur is nog te veel.
Scheur de boeken, brand alles plat
Kijk met afgrijzen naar de rook van de stad.

Verroeste auto's, verrotte bomen
Niets had onze komst kunnen voorkomen
We zijn de generatie van het vuur
Generatie van het laatste uur!

dinsdag 19 juli 2011

For the lulz

Ik begeef me al een paar weken in een andere wereld. Daar heb ik vaak een handje van. Geef mij een boek of een film en zolang als het duurt ben ik me niet bewust van de werkelijkheid, tot een tijdje erna. Nu luister ik naar de audioboeken van A Song of Fire and Ice. Het verhaal is zo goed en overtuigend dat ik met oortjes in gewoon in de kastelen ben. Maar ik vergeet de wereld om me heen dan een beetje. Mijn ogen kijken twee keer, één keer de wereld in en één keer deze schijnwereld in. Zeker omdat ik dus naar dat audioboek luister kijk ik niet alleen niet, maar ik hoor ook nog eens weinig. Eerlijk gezegd is het héérlijk om me zo in een verhaal te nestelen.

- Winterseind
 
Ergens schijnt het licht
Door de wolken 's ochtendsvroeg
Want na de winter hebben wij weer
De lente voor de boeg
 
Lanzaam word het oneindige bruin
Doorspiest met fris en levend
De lucht wordt wat zoeter
Een geur zoet en zwevend
 
Alles breekt door,
De bloemen door de grond
De zon door je wolken
Huid door kleren, gezond
 
Want ook wij openen weer onze ogen voor het licht
Voor een tam en lief gedicht
Voor een nieuw jaar, nieuwe kansen
Lachen, zingen, drinken, dansen
 
Smelt de winterkoning's troon
De lente zit in de lucht, ik ruik het gewoon!
 
De meisjes worden mooier, elke dag weer,
Ik moet gewoon kijken, daar komt het op neer.
Als de bomen in bloesem staan, staat mijn hart zacht in vlam,
Ik wordt verliefd op ieder als het kan
 
IK WIL LENTE
KOM DAN
IK GROEI MET DE KROKUSJES MEE
LENTE
KOM DAN
GEEF MIJ DE CLICHÉ
 
            - Wil toch jou
 
Verboden liefde, klinkt zo mysterieus
Maar ik meen het echt, ik ben serieus.
Dat mag niet en zal niet en HOU NOU TOCH OP,
het is fout en het klopt niet, kom op en stop!
 
Wat haal je je wel niet in je hoofd terwijl je zo veel hebt beloofd. Waarom komen die gedachten telkens weer, als je haar ziet zo keer op keer.
 
Geloof toch niet dat zoiets kan
Wat denk je er nou zelf van?
Dat je de ware hebt ontmoet?
Happy ending, alles goed?
 
Trieste ziel zo lang alleen
Kijk toch verder om je heen
Draai je toch om en droom rustig door
Hier gaan de gentlemen regels voor
 
Maar telkens kruip ik dichter bij haar
Als ik wat langer naar haar staar
Ben ik het liefste alleen met haar
Zie ik haar nooit meer na dit jaar
 
Waarom word je zo snel gek?
Wil je zo graag op je bek?
Probeer eens wat anders dan dit gedoe
Ga eens naar andere liefdes toe
 
Je verlangt naar haar lippen, verlangt naar haar zoen, 

maar jongen je mag niet, je zult het niet doen!
 
Je hebt zo'n zwak hart dat je voor elk meisje valt
Ik veracht je, slappeling!


Deze laatste is een opwellingsgedicht, zo heb ik er wel meer. Een opwellingsgedicht komt voort uit een sterke emotie en tijd over om te dichten. Meestal verdriet en dergelijk, maar af en toe geluk. Achteraf vind ik de gedichten niet mooi. Ze helpen mij die gevoelen te verwerken en houden daarbij ook een beetje van het gevoel vast. Als ik nog wat van de gevoelens over heb en ik lees het gedicht weer, dan wordt het versterkt. Ben ik er overheen, dan kan ik mezelf er veel moeilijker in vinden. Hoe dan ook, deze is echt een gevecht van verstand en hart. Dat heb ik wel vaker.
Ik haat het als mijn hart meer bepaalt dan mij verstand, als ik iets wil maar het niet kan verklaren. Verliefdheid bijvoorbeeld. Dat wordt zo sterk en overdreven dat ik tot waanzin gedreven wordt, terwijl ik dat niet wil! Andere keren denk ik, ja die is leuk, maar wil mijn hart er niets van weten.
Ik schaf het af.

zondag 17 juli 2011

Riddle me this

Ik heb een raadsel voor je.

Een man is een krijger. Voor hem staan drie mannen, een koning, een rijke koopman en een priester. Elk van hen wil de andere twee dood. De krijger draagt een zwaard. De koning roept:  "Krijger, je bent mij trouw gezworen, dood de anderen en ik zal je ridderen en je zult voor altijd hoog lid van mijn koninklijke garde zijn!" De priester gaat daar tegenin: "Verlaat jij je goden? Het is hun wil dat deze mannen nu sterven. Weiger dit en jij en je nageslacht zullen voor altijd verdoemd zijn!" As laatst spreekt de koopman: "Waarom zou je naar deze twee luisteren, ik bied je meer goud dan je ooit in je leven zult zien. Je zult alle rijkdom bezitten van je wildste dromen!"

Voor wie kiest de krijger?

- Genieten
 
Laat ons drinken tot de ochtend
Vier het leven en ons lot
Met vrienden, feest en vrijheid
Kan deze nacht niet kapot
 
Laat ons drinken tot de ochtend
Pratend over gekkigheid en lol
De maan heeft het licht uitgedaan
Wij houden het wel vol
 
De laatste druppel is het glas uit
De muziek klinkt als geruis
We hebben gelachen maar zijn moe
En strompelen naar huis.
 
            - Walgelijke
 
Ik walg soms van mezelf
Wanneer niemand het ziet
Ik wil wel veran'dren
Maar veran'dren kan ik niet
 
Alles waar ik goed in ben
Zie ik als het grootste goed
Terwijl ik net als iedereen
Gewoon hard werken moet
 
Ik ontken wat ik moet doen
Praat overal doorheen
Idiote waanideeën
Ik eindig nog alleen
 
Luisteren is zo belangrijk
En dat doe ik ook wel vaak
Maar ben ik eenmaal op dreef
Dan is dat een slechte zaak
 
Dan opent mijn monster zijn muil
En bijt en brult door
Dat mijn eigen oren sluiten
En ik niets meer hoor
 
Het spijt me dat ik zwak ben
Zo zwak en zo klein
Dan is het best wel fijn
Dat jullie mijn vrienden zijn.

zaterdag 16 juli 2011

Vergeten

Ik heb vannacht om 4 uur dame in kwestie een gedicht via sms gestuurd. Ja, euhm, ik weet niet of dat wel een goed idee was. Dit was het gedicht:
Just one look and I was taken
For I had nothing left to show
To one who sees right through me
I'll tell her, but she'll know

She can make me say I'm sorry
She can break my iron will
Without even blinking twice
And I will love her still
(x Sulicius ps: dit is jouw gedicht)

Dat had ik niet moeten sturen, maarja, als je het gedichtje toch al hebt... Ik heb nog geen reactie, maar ik ben bang dat ik weer eens als een idioot overkom. Gelukkig is Sulicius dat ook.


- De Lamp
 
De kapotte lamp op mijn bureau
Staat daar stoffig maar heel sjiek
Ik heb hem van een sjeik gekregen
Hij is van koper en uniek
 
Het oude ding heeft olie nodig
En brandt dan uren lang
Terwijl ik werk in de schemer
En naar het Oosten verlang
 
Nu staat de lamp maar vredig
De tand des tijds te doorstaan
Maar soms diep in de nacht
Dan gaat hij plots'ling aan
 
Ondanks mijn diepe slaap
Wekt het licht mij dan meteen
Ik strompel naar het lichtje
Dan ga ik ergens heen
 
Naar een paleis op hemelwolken
Gemaakt van blauw satijn
Duizend-en-één bediendes
Waar de hemelvrouw zal zijn
 
Daar zit zij op fluwelen kussens
Op een rokerig plateau
Ze heeft de grote waterpijp 
Die lijkt op de lamp op mijn bureau

 

Dan eten we zoete vruchten
Genieten van gekruidde thee
Als het lampje maar zal branden
Dan ga ik altijd mee.

 
               - Mama Maan
 
Groter dan de wereld
Is de moeder van de maan
Zij kijkt mee op een afstand
Hoe het met haar kind zal gaan
 
De maan maakt veel vriendjes
In zijn hemelsgrote baan
Uranus, Pluto, Mars en Venus
Ver van moederlief vandaan
 
Moeder maak je maar geen zorgen
Je kindje kan het aan
Hij draait zijn dansje met plezier
En zal die boog altijd doorstaan

vrijdag 15 juli 2011

Rock your socks off

- Kapot

Verloren op de weg
Die niet verder gaat
Na een stap
Hij is net zo verloren
Zoals hij daar staat
Zet zich schrap
Verliest de angst
Geen angst maar de haat
Maar geen klap
Verlost van verloren
Als de weg hem verraadt
Na de stap

            - Eigen leugenaar

Dat uiterlijk van jou
Is maar een centimeter dun
Daarom dat ik jou
Mijn hartje ook niet gun

Je lacht wel naar mij
En ik lach wel terug
Maar ik moet mezelf bedwingen
Daarom keer ik je mijn rug

Kan ik mezelf wijsmaken
Dat jij de ware bent
Zulke slopende gevoelens
Ben ik al aan gewend

Maar waarom kijk ik niet verder
Dan mijn ogen kunnen zien
Ik wil niet zo beslissen
Wie ik denk dat ik verdien

Waarom lig ik al krom
Voor een lichaam, een gezicht
Dat ik zelfs als een idioot
Dit riedel voor je dicht

Omdat ik denk te weten
Wie jij diep vanbinnen bent
Omdat ik denk te weten
Dat ik je heb gekend

Je bent zo lief en zacht
Dat je me moeiteloos verleidt
Door je charme en je klasse ontketen je mijn verliefdheid

En weten dat de kracht van de liefde
Onmetelijk zo groot is
Dat we onvoorstelbare dingen doen als er nood is

Terwijl de ogen open gaan
Worden ze van binnen blind
Want dat is hoe de ware
Verliefdheid begint

Onredelijk, ongrijpbaar, gekoesterd en gehaat
De liefde is geweldig
Als je er voor open staat

Maar wanneer je weer mijn blik steelt
En zo ook mijn hart
Wil ik het niet geloven
Dat ik zo word verward

Ik weet dat ik van jou ben
Omdat ik altijd naar je kijk
En door die stille schoonheid
Zo razendsnel bezwijk.

Alleen mag ik niet proberen
Mijn blik wordt geblokkeerd
Je hebt mij afgewezen dus
Is de blik verkeerd.

Laat de mensen maar praten over het meisje dat nooit komt
Hun stemmen worden door jouw verschijning verstomt

En ook mijn geest,
Ben jij in de buurt
Dan lijkt het alsof mijn denken
Een keer zo lang duurt.

Want wauw, wat ben je mooi,
Zo veel klasse in jouw bestaan
Voor jouw hand gooide ik alles,
Alles! Van de baan.

Maar ik mag niet langer stilstaan
In het donker van de spijt
Niemand heeft behoefde dat
Ik hieronder lijd

Als je mij waard was, dan had jij dat wel gezien
Dus nu geloof ik ergens
Dat ik iemand beter verdien

Ze zeggen dat dat zo is

Ze zeggen zo veel van zulke verliefdheid.

Laat mij maar

Het komt

Met tijd

donderdag 14 juli 2011

A Laptop Like You


- Dons
 
Oh, jij, mijn liefje
Zweef je door mijn leven
Oh, jij, lieve schat
Hebt me zo veel gegeven
 
Ik kan alleen van je houden
Heel veel en elke dag
Oh, vlinder van mij
Je hebt de betoverendste lach

Je schittert en schatert
Steelt verstand van mij
De mooiste en de liefste
Voor altijd ben jij

               - Het meisje met de mooiste ogen van de school, dat ben jij.

Vlonkelen de sterren in een grijsblauwe golf,
Strak en schattend als die van een ijswolf.
Knipper een keer en het licht dooft mijn zorgen
Knipper twee keer dan dans ik tot morgen
Knipper drie keer en ik verstar wel een week
Omdat je alleen maar mijn kant op keek.

O, meisje met de mooiste ogen van de stad,
In je hoofd draag je een kostbare schat
Twee diamanten zo blauw en zo stralend en mooi
Bewaar ze in een loden kooi

Nooit zul je die glans verliezen 
Nooit voor minder hoeven kiezen
Open je ogen vandaag voor mij
Want de mooiste ogen die heb jij!

woensdag 13 juli 2011

Silver Lining

- Laatste kreet van Sulicius

Waarom stress waarom wachten
Door nutteloosheid mezelf verachten.
Kon ik niet je veroveren vanaf hier,
Doen mijn woorden jou geen plezier?

Ik weef de zinnen de klank en de toon,
Zuiver rijmen voor meisjes zo schoon.
Raken niet meer dan de ogen van hun gezicht,
Terwijl ik ze toch echt op hun harten richt.

Hoor mij! Ik schreeuw, ik roep!
Laat je verleiden door deze troep!
Geef me meer dan je ogen je neus of je haar,
Ik kan van je houden jaar na jaar!

Ik ben geen held dus sta niet versteld
Als ik je midden in de nacht heb gebeld.
Om te smeken naar dat wat ik wou,
Controle hebben over dat hart van jou!

Hoor mijn wanhopige kreten!
Laat je dit nooit vergeten!
De letters zijn mijn tralies,
De woorden mijn cel.
De leestekens mijn voedsel,
Ik zit in de knel.

Door mijn eigen verdomde gedicht,
Was jij maar voor mij gezwicht!
Dan was ik klaar met deze ongein,
En kon ik gewoon je geliefde zijn!

 
            - Schilder mijn wereld blauw (sonnet?)

Ik droomde van de tijden
Van de wereld zonder naam
Wolken die gedachten leiden
Droomde ik uit mijn raam

Ik weefde in de lucht
Mijn hemelshoog paleis
Zweefde door mijn zucht
Doorzichtig koel als ijs

Toen kwam jij en zat ernaast
Met de absurde geest van jou
Wanneer was jij gekomen?
Wat had je toch een haast
Schilderde mijn wereld blauw
Pakte mij mijn dromen...

dinsdag 12 juli 2011

Sharp

- Hein

Er was eens een jongetje,
Nog heel jong en klein.
Had niemand om mee te spelen,
Wou iemands vriendje zijn.

Altijd op zijn kamer met zijn blokken en zijn pop.
Zat een keer rustig te spelen en hoorde geklop.
Daar was Heintje, een jongetje, best bleek.
Die met holle ogen naar het jongentje keek.

Het jongetje lachte en gaf hem wat blokken,
Heintje werd in het spel getrokken.
De fantasie van het jongetje was onvoorstelbaar en eindeloos.
Dunne Hein snapte niet alles, dat duurde een poos.

Toen het jongetje ging eten ging Hein niet met hem mee,
Hein bleef op de kamer en speelde daar voor twee.
Eenmaal terug vertelde Hein het jongetje verhalen,
Over mensen uit vreemde landen met vreemde talen.
Over meisjes en jongens die hun leven deelden,
Over grijsaards die in het echt oorlogje speelden.

Het jongetje luisterde gretig naar de verhalen en was een en al oor.
Dus Hein genoot en ging ermee door.
Tot laat ging het verhaal over de kristallen hallen,
Terwijl het jongetje al in slaap was gevallen.

Hein bleef wakker en waakte in de nacht,
Het jongetje droomde en snurkte zacht.
De volgende dag speelden ze weer met elkaar,
Dat bleven ze doen, een week, maand en jaar.
Toen kwam het uitgestelde werk, moeder kwam om,
Het jongetje huilde hij vondt het zo stom.
Dat mama dinsdag geen vissticks zou maken.
Of zachtjes zijn voorhoofd zou raken.

Hein pakte zijn hand en liep met hem mee,
Bij de begravenis was het hen twee.
Niemand vroeg naar de aanwezigheid van Hein.
Al was die gewend om hier te zijn.
Hein troostje het jongetje en zei dat het was
Omdat er anders nooit een verhaal uit was!
Het jongetje snikte maar snapte het wel.
Dus gingen ze erna weer verder met hun fantastische spel.

Dit keer met prinsessen, dan weer een trol,
Uren en uren hielden ze het vol.
Papa was altijd druk met zijn werk,
Voor het jongetje maar hij was niet zo sterk.
Dronk wat vaker en ging naar de kroeg,
Maar kwam op tijd terug voor het werk o zo vroeg.

Hein en de jongen hadden de grootste lol met elkaar,
Dat bleven ze doen, een maand, week en jaar.
De juf, opa Jan, ome Gerard en Gijs,
Verlieten alles voor hun laatste reis.
Het jongetje huilde, maar Hein steunde hem goed,
Zo gingen ze samen het leven tegemoet.

Het jongetje werd ouder en ging naar een andere school,
Maar daar was hij ook niemands idool.
Dus was daar Hein, ook al gegroeid.
Altijd zo mager maar ook onvermoeid.
In de pauze was het jongetje nooit alleen,
Hij had altijd Hein om zich heen.
Niemand sprak Hein aan of reageerde op zijn stem,
Het jongetje kon hem horen, hij was er voor hem.

Ze werden zo samen volwassen met elkaar,
Ze waren beste vrienden, een maand en een jaar.
Maar pap overleed en een meisje uit zijn klas,
Het was alsof de dood dicht bij hem was.

Hij miste pap maar de jongen huilde nu niet meer,
Hij was gehard door de jaren door verlies elke keer.
School maakte hij niet af, kon hij niet betalen,
Hij had genoeg aan Hein's verhalen.

Bij de begraafplaats vond hij een baan.
Onderhield de aarde van zij die waren heengegaan.
Daar slijtte hij jaren met Hein en de tijd,
Stierf veel te vroeg maar had geen spijt.

Alles wat hij wou was een vriendje zijn.
Dat was hij tot de eeuwigheid met Magere Hein.



maandag 11 juli 2011

Titel:

- Hand in mijn haar

Zit ik hier zo dicht bij jou,
Ik leun zachtjes tegen je zij.
Mompelend dat ik van je hou,
Je bent er altijd voor mij.

Ik heb zo veel gedaan,
Vandaag zo moe en boos.
Maar nu kan ik het allemaal aan,
Want ik ben zorgeloos.

Onze handen strelen elkaar,
Zonder dat te weten.
Je andere hand zacht in mijn haar,
Dit zal ik nooit vergeten.

Als een huis op het strand,
Als twee bomen in een veld.
Ik ben bij jou beland,
Ik heb je alles verteld.

En jij mij, ik heb geluisterd,
Tranen waren gelopen,
Lieve woorden gefluisterd.
Nu zijn we beide open.

Want ik hou van je,
Meer dan ik mag,
Want ik hou van je,
Vanaf je eerste lach.

Toen was het nog raar,
Maar het ging best snel.
Nu horen we bij elkaar,
Voorlopig dan wel.

We luisteren naar woorden,
Die we nog niet hebben gezegd.
Alles wat ons stoorde,
Is al ergens anders neergelegd.

Terwijl de dag aan ons voorbij gaat,
Sneller dan de tijd.
En de zon ons ook verlaat.
Zitten wij hier onbenijd.

Want ik hou van jou,
Jij ook van mij,
Want ik hou van jou,
Je maakt me vrij.

Laten we hier blijven,
Tot de tijd ons heeft ingehaald.
Tot we grijs zijn en onze lijven,
Zacht de grond zijn in gedaald.

            - Vroeger

Weet je nog jij en ik,
Toen zo ver hier nog vandaan,
Ik droeg mijn bruine pak,
En jij had je kanten jurk aan.

We zaten bovenop de heuvel,
De zon schitterde in je haar.
De wind blies zachtje door de bomen,
Het was het allermooiste jaar.

Met mijn laatste beetje geld,
Kocht ik een ketting, voor jou alleen.
Jij greep niet snel naar het papier,
Je snapte het cadeau meteen.

Je bloosde, maar kon je niet verbergen,
Je zei, had ik niet moeten doen.
Ik wauwelde wat warme woorden,
En ontving een vlugge zoen.

Ik ging schrijven voor de kost,
Jij maakte stof zo fijn en zacht,
In armoe werkten we de hele dag,
En sliepen dan de hele nacht.

En na een jaar had ik een boekje uit,
Jij las het gretig, ik genoot.
Wat geld kwam binnen met geluk,
We kochten wijn, we kochten brood.

Jaren verstreken we leefden goed,
We kregen slimme Madelein en knappe Jan,
We hadden liefde om ons heen.
Jij vrouw op leeftijd, ik oude man.

Toen zijn we op een dag in de herfts naar de heuvel getrokken.
Naar het begin van het eind Zoals de bergen de herten lokken.

We hadden onze tijd gehad, maar zwoeren eeuwig trouw,
En nu na al die jaren.
Hou ik weer van jou.

zaterdag 9 juli 2011

Making love in stereo

Je kent ze wel, stereotypes. Je ziet ze op tv, maakt er grapjes over en zijn makkelijk vermaak. Het is ook fijn om iemand op een afstand al in te schatten. Je zult aan iemand die een Iron Maiden shirt draagt niet vragen of hij van Jazz houdt. Je hebt gezien wat hij draagt en daar een conclusie uit getrokken: de man houd van Iron Maiden. Dit is misschien een heel makkelijk voorbeeld, logisch en eerlijk, maar zo eerlijk zijn niet alle vooroordelen. Als ik een Aziaat zie, dan denk ik al gauw dat deze uit China komt, zich net gedraagt en een hoog inzetvermogen heeft. Aardige vooroordelen. Zie ik een meisje met een panterprint-leggen dan denk ik dat ze ordinair is, geen gevoel voor mode heeft en niet uit een rijk gezin komt. Bah, ik walg al van mijn eigen vooroordelen. Jammer.
Maar ik gebruik ze ook. Je kent vast wel van tv de chauvinistische bijrol. Die maakt altijd flauwe grappen over vrouwen etc. Maar je mag hem wel. Hij is grappig. Ik probeer af en toe ook die rol te spelen. Flauw en seksistisch, maar mensen herkennen de manier van grappen maken en moeten er bijna altijd wel om lachen. Alleen... Sommige mensen denken af en toe écht dat ik zo ben en dat is niet de bedoeling! Anyway, meer gedichtjes...

- Godin

Ik koester liefde maar geen wrok,
Die daarom dagen mij uitdaagt.
Na het moment dat jij vertrok,
Is mijn niveau sterk verlaagd.

Niet dat ik je kende, alleen van een foto,
Of die film met die snelle auto.
Toch hield ik van je, zo veel en zo lang,
Het stoorde mij niet, ik dacht: ga je gang.

Je bent zo ver weg, maar je neemt me mee,
Toeren en trekken door landen met zijn twee.
Jouw ogen, haren en lach,
En dat alles van je mag.

Maar jij hoog op de berg,
Ik ben aan het klimmen nog niet begonnen.
Is ook niet zo erg,
Je bent al door een ander overwonnen.

            - Charon

Hij kende de oorlog, zij kende de dood, ze vonden elkaar door de liefde en nood.
Maar hij kon niet vergeten en zij moest terug,
De schipper volhardde, het oordeel was stug.

Hij vocht voor haar leven, maar de boot ging zo snel.
Haar ogen gesloten voor het licht van de hel.
Zij eeuwig alleen en hij zonder haar,
Dus hij eindigde alles en toen was hij daar.
Was hij daar,...

Verenigd met hem was zij zes keer zo groot,
En hij was met haar nooit meer bang voor de dood.
Maar de waanzin sloeg toe en hij kon het niet aan.
De oorlog had iets met zijn ogen gedaan.

In het licht van het duister was zij anders dan toen.
En toen kwam die avond en toen kwam die zoen.
Dat hij haar verweet niet dezelfde te zijn,
Hij pakte haar haar en hij deed haar zo'n pijn.

Zij weende en krijste, ze riep hem zijn naam,
Maar hij was bezeten door bloed'rige faam.
Hij plette haar leven met een grote steen,
En nu is zij weg en hij weer alleen.
Zo alleen,..

vrijdag 8 juli 2011

Zij

Ik ben echt helemaal gek van haar. Ze is de ware voor mij. Soms is ze wat stil en bescheiden, andere keren heeft ze geen blad voor de mond. Sommige dagen heeft ze lol voor tien en maakt ze de ene grap na de andere, dan weer is het mijn beurt om haar te vermaken. Ze is soms arrogant, gemeen en heeft een kort lontje, maar dat wisselt ze af met veel respect en geduld voor mij. Ze kan uren luisteren naar alles wat ik ooit heb geleerd en andere keren weet ze mij te verbazen met haar kennis over mensen en de wereld. Soms draagt ze jongensachtige kleren, lekker simpel, lekker zittend, dan weer prachtige rokjes, bloesjes en hakken die haar een dame van dames maakt.
Ze eet met grote happen, alles vet en alles zoet, dan weer gaat ze voor crackers en sla en eten waar ze als een eekhoorntje op knabbelt. Er zijn keren dat ze lang en slank en zo gracieus is als een zwaan, elegant en onaantastbaar, breekbaar. Andere keren is ze voluptueus en rond, zacht en knuffelbaar, wil ik niets anders dan haar de hele dag strelen en vasthouden.
Ze is enthousiast, irrationeel en naïef en wordt dan behouden, verstandig en afwachtend. Ze kan vaak met een stem mijn keel doen stokken of met soepele bewegingen mijn hart sneller doen slaan. Vaak heeft ze ogen, doordringend en helder, eerlijk en stralend, maar heel af en toe zijn ze donker, verborgen, mysterieus en exotisch. Ze heeft soms mooie kleine ronde oren of een prachtig zachte kin of een stel volle ronde lippen. Soms is ze degene die mij nodig heeft, zij waar ik voor moet zijn maar al snel verandert dat en is ze weer degene die mij met liefde en raad door moeilijke rijden weet te slepen. Haar haar is golvend, stijl of krullend, vaak donker maar ook vurig rood of licht blond, altijd glanzen, soms in staart, lang, kort of met kleuren opgefleurd die de natuur niet aan kan.
Ze is de enige echte, de waren en de mijne. Maar tegelijkertijd is ze een leugen, en sprookje, fabel, mythe. Ze is degene waar ik de wereld aan zal schenken, maar liefde en mijn leven. Ze is de enige waar ik liever mijn leven voor opoffer dan zonder haar te leven, maar dat is nooit nodig. Ze bestaat niet, en toch is ze altijd wel ergens.
Dan zie ik haar lopen, zitten, praten. Dan heb ik een gesprek met haar en lacht ze met schitterende ogen van plezier of met een keelklank die mij kippenvel van verlangen geven. Ze is zelfs niet altijd even mooi. Soms lijkt ze alles te bezitten, maar niet mijn hart. Ze zit in elk meisje, soms meer, soms minder. Daarom ben ik zo verdwaald. Telkens als ik denk haar gevonden te hebben blijkt ze niet alles te zijn. Ze is niet beleefd en brutaal, ze is niet lang en gedrongen. Ze is onmogelijk.
Maar ik zal haar vinden. Ik zal de energie vangen, de liefde, de schoonheid. ik zal ze binden aan een lichaam die haar kan bevatten. Ik zal alles doen om haar gelukkig te maken. Ik zal haar bedelven in blinkend en rijk. Ik zal haar overspoelen met mooie worden en liefdevolle zinnen. Ik zal al mijn moeite en capaciteiten aan haar ter beschikking stellen.
Ik zal zien dat ze niet mijn mythe is. Niet mijn muze of mijn nimf. Ze is mijn miesje, mijn beste vriendin, mijn trouwe maatje en minnaar en vrouw. Ik begrijp dan dat ze ook van vlees en bloed is, dat ik geen "energie" kan binden. Dat mijn verlangende geest mij behoeftes heeft voorgelogen. Ze zal een mens zijn, net als ik. Met gebreken en talenten, met sterke en zwakke punten. Niet de talenten die ik wil, of de zwakke punten die ik kan vergeven, maar die die haar mijn gelijke maken, die haar beter dan de anderen maakt. Ik zal haar vinden en tot die tijd praat ik onzin.

- Trots
Meisje, wees toch niet zo arrogant,
Schuif mij toch niet aan de kant.
Mooi ben je, dat is niet te ontkennen.
Anders ook, al is dat even wennen.
 
Maar je bent niet het toppunt van iedereen,
En doe normaal, al stap ik op je teen.
Het spijt me, ik ga op mijn knieën voor jou,
Ik laat zien dat ik ondanks alles van je hou.
 
Hoewel je alle lof en aandacht verdient,
Zijn ze niet van je eigen ik gediend.
Je hemelt jezelf op met de mensen om je heen,
Maar daardoor blijf je diep van binnen alleen.
 
Dagen heb ik je aangestaard,
Maar je vond mij jou niet waard.
Je wacht op iemand zo arrogant als jij,
Iemand zo knap en zo zeker, niet zoals mij.
 
Maar door zíjn arrogantie zal hij eisen,
En zich niet aan jou bewijzen.
Je zult zien dat je iets mist,
En je in mij hebt vergist.
 
Kijk! Ik ga op mijn knieën.
Kijk! Wat ik je bied.
Maar je kijkt niet lager,
En je ziet me niet,
Je ziet me niet...
 
            - Klacht van de tekenaar
 
Ik denk het duidelijker te maken
Door te overdrijven
De dunne lijn tussen levensecht,
En afzichtelijke lijven.
 
De symmetrie van perfectie heeft de grens
Van het imperfecte mens,
Maar die staat te kunnen nabootsen,
Is mijn grootste wens.
 
Iedereen wil zien, wat ik niet kan maken,
Terwijl ik met afzichtelijke waanbeelden,
Harten wil raken.

donderdag 7 juli 2011

The Lost World

Laten we het zo zeggen, ik ben een beetje de weg kwijt. Ik moet dingen en wil dingen maar dat gaat niet. Ik moet even alles op een rijtje zetten met het belangrijke bovenaan. Ik faal nog een beetje daar in. Het gaat al beter.

Verhip, volgens mij gaat dit al een stuk beter.

Ik ben nu al een poos in de ban van George R.R. Martin's boekenserie: A Song of Fire and Ice. Het is een fantasyserie die bijzonder waardig en sterk geschreven is. Het zijn hele dikke boeken die telkens een hoofdstuk vanuit het oogpunt uit een ander hoofdkarakter beschreven wordt. Ik kwam in aanraking met de serie door, tja, een televisieserie. Deze is gloednieuw en bestaat uit 10 afleveringen die het eerste boek bevatten. Geweldig vond ik het. Toen heb ik het eerste boek van Bastiaan geleend, maar ik heb een stiekeme voorliefde voor audioboeken. Ja, audioboeken. Een man met een inlevende stem die het boek voorleest. Op die manier kan ik luisteren en tekenen/gamen tegelijkertijd. Dat ontspant mij ontzettend. Eerste boek was 21 nummers van anderhalf uur. Ik heb hem al afgeluisterd. Tweede boek, 225 nummers van 10 minuten, ik ben bij nummer 216. ZOOO VET!

Kijk het!

- Universeel

Kosmische krachten,
Sterren, planeten,
Jouw ogen verzachten
Jouw lippen vergeten

Het licht en het duister,
Deel jij in mijn leven,
Je praat en ik luister,
Welke energie jij mij kan geven.

Jij trekt me aan,
Mijn lippen en ogen.
Zoals zon de maan,
De hemel verbogen.

Maar deze baan,
Rond jouw bewustzijn.
Zal langzaam vergaan,
En
sterrenstof zijn.



            - Waan

Apen met vleugels,
Een stoel met een mond,
Een vrouw zonder benen,
Een kop of een kont.

Fruit dat kan lopen,
Een teen zonder voet.
Drie honden gaan samen,
Hun dood tegemoet.

Messen die huilen,
Een oog die niet kijkt.
Een huis dat kan bloeden,
En daardoor bezwijkt.

Vogels die vallen,
De dag zonder licht.
Een haas met een hoed,
En een mensengezicht.

Katten die zingen,
De lucht in het rood.
Er valt niets te bedwingen,
Ik lach met de dood.

De weg naar het vuur,
Is mij al te bekend.
Het laatste uur,
Heeft geen ziel gekend.

Spaar mij geen pijn,
Want het leven is kort.
Gun mij het lijden,
Waar ik mij in stort.

woensdag 6 juli 2011

Beter

Dat wat ik gisteren getypt heb ga ik niet weer lezen. Nooit zelfs. Gedachten zijn mooie herinneringen als je ze niet precies meer weet. Gelukkig komen nieuwe gedachten ook telkens weer op gang. Vandaag gun ik mezelf rust.

Trouwens, het is Sulicius, uitgesproken als Soe-líé-kie-oes. Zo heb ik het het liefst. De naam die ik draag bind mij aan mijn familie, aan Nederland, aan Abraham, een figuur uit de Bijbel. Dat heb ik liever niet. Ik heb liever een naam die ik verdien. Of ik Sulicius verdien weet ik nog niet, maar ik doe mijn best. Sulicius is een kunstenaar, een dichter, een andersdenkende. Sulicius kan lachen om pijn en huilen om schoonheid. Ooit ben ik Sulicius.

- Nico

Zeg, leg mij nu eens uit,
Waarom je dit doet,
Waarom je dit besluit,
Is voor niemand goed!

Je eet soms dagen selderij met boter en ui,
Of wacht je even met ademen, na een grote bui.
Om dan haast te stikken tot het punt,
Dat je na paars aanlopen jezelf gunt.

Zeg, leg mij nu eens uit,
Waarom je dit doet,
Waarom je dit besluit,
Is voor niemand goed!

Of toen je vorig jaar kampeerde bij je moeder in de schuur,
En met zelf gevangen mussen,
Betaalde je de huur.
Je moeder wist geen raad en had professionele hulp gezocht.
Toch heeft het zeven uur geduurt voor er eentje van jou naar binnen mocht.

Zeg, leg mij nu eens uit,
Waarom je dit doet,
Waarom je dit besluit,
Is voor niemand goed!

Maar afgelopen juni was je pas echt te ver gegaan,
Je had op het openbaar station, een narrenpak aan.
Je liep daar rond te springen, blij om de meest bizarre dingen,
Je viel de mensen lastig,
Door over hun kapsel te gaan zingen.

                        -Kerstbal

Nu de sneeuw is aangekomen,
En de winter is geland.
Hebben we de warme lentedromen,
En een want aan elke hand.

Om de kou te verdrijven,
Uit onze vingers en ons hart.
Boom opzetten, kaartjes schrijven,
Als laatst wordt het echte feest gestart.

Meisjes, het bal is daar,
Versier je jurk met sterrenstof.
Vlecht het zonlicht in je haar,
Vanavond ontvang je alle lof.

Ogen als de nacht met volle maan,
Lippen als rozen, zo rood en zo rond.
Waar jij bent zullen de mensen gaan,
De wereld zal van jou zijn deze avond.

Al jaren op school en al zo veel gegroeid,
Je lichaam, je geest en je manier van doen.
Je werd zo snel volwassen, raakte nooit vermoeid,
Van de eerste rijles, eerste wijntje eerste zoen.

School is zo slecht nog niet,
Wat de mensen ook beweren,
Het gaat om vrienden,
Niet wat leraren je proberen te leren.

Maar genoeg over toen,
Nu staat te wachten,
Wat je vanavond zult gaan doen,
Zal niemand verwachten.

Muziek blert door de zaal,
Slecht bier wordt afgetapt.
De introductie was een saai verhaal,
En er wordt te vaak op je teen gestapt.

Maar niemand pakt het moment meer af,
Dat je samen met je vrienden en vriendinnen,
Uit je dak gaat, misschien dan wat maf.
Tekst zingt die jullie half moeten verzinnen.

En de bekerbezaaide vloer stijgt op,
Het plafon is de sterrenbezaaide nacht,
De muziek is één in je kop.
Zolang jij maar lacht.

We hebben het mooi gehad,
Feest na feest.
Deze avond deze stad.
Het is me wat geweest.

Maar nu slapen, want morgen weer vroeg,
Werken en werken, ik moet dus ik zwoeg.
Als de avond maar goed is geweest,
En ik maar met jou heb gedanst.

Een hele diepzinnige kerst en een dubbelzinnig nieuwjaar!

 

Leuk he? Die eerste is geïnspireerd door Nico Dijkshoorn, dichter en schrijver en huisdichter van De Wereld Draait Door. Hij is apart, ik volg hem op twitter. Daar tweet hij korte dingetjes over "Klaas". Klaas is een verzonnen figuur die alles en niet kan, huilt om ijsblokjes en praat met dikke Marokkanen over tuinieren. In het begin kon ik die korte dingetjes wel waarderen, nu ben ik ze een beetje beu. Veel herhaling. 

De tweede was voor het kerstbal dit jaar. Mijn god, wat gaat zo'n jaar snel en wat dicht ik veel!



dinsdag 5 juli 2011

Unbroken

Ik dacht gister eens na over hoe goed ik het heb. Haha, nee niet grappig. Hoe ik leef zonder zorgen en last, pijn en honger, ziekte en angst, oorlog, kanker, tyfus alles. Ik ben afgeschermd van een harder leven door de maatschappij en mijn ouders. En geef ze eens ongelijk. Voor geen goud zou ik willen ruilen met Arie uit Ghana of Youssouf uit Turkije. In mijn huis is genoeg eten om twee maal het aantal mensen dat hier woont een week royaal te laten eten. Ik ben afgeschermd van de zon en de regen, van hitte en kou.
Maar ik weet niet beter. De films en foto's en hartenbrekende verhalen over oorlog en aids raken niet meer dan mijn net- en trommelvliezen. Ik heb nog meer medelijden met een in de steek gelaten hond.
En in plaats van ergens te helpen of de hond in huis te nemen gebruik ik mijn geld voor eigen genot. Bier, feestjes, muziek, kunst, films, vrienden. Geld voor dingen waar ik baat bij heb en tegelijk niet nodig zijn. Geef Arie uit Ghana maar een iPod. Voor je het weet heeft hij hem geruild tegen een paar flessen drinkwater. Al is dat water vuiler en duurder dan het doorzichtige goud dat bij mij uit de kraan loopt.

Ik heb al lang geen schuldgevoel meer hierom, maak ik mezelf vaak wijs. Ik weet maar vergeet. Beter voor mij. Maar weet ik dat zeker? Ik leef zonder tegenslag. Elk gevaar op de weg die ik al van verre zag aankomen is mij gepasseerd terwijl ik mijn ogen stevig dicht kneep. Niets heeft mij laten lijden. En de dames dan? Tranen zijn wel gelopen om deze mooie wezens en je zou kunnen zeggen dat ik lange tijden gekweld ben. Maar lijden ken ik niet. Al mijn fouten vagen telkens weg. Genegeerd.
Maar het duurt niet lang voor de maatschappij (en mijn ouders) al die energie terug verwachten. Ze zullen verwachten dat ik begrijp wat ik moet doen. Dat ik weet hoe de wereld in elkaar steekt en dat ik me uit belangrijke situaties weet te redden. Maar ik ben bang. Bang als een vrouw die haar zoon naar oorlogsgebieden ziet gaan. Alleen weet de vrouw waarom ze bang is. Ik niet.
Ik moet, nee, ik wil volwassen zijn. Zelfstandig, wijs, sterk. Fouten aan zien komen en er mee om kunnen gaan. Problemen niet uit de weg gaan. Maar dat ben ik niet. Ik ben 18 jaar en nog steeds een domme, trotse sukkel. Niet dat ik daar problemen mee heb, maar ik groei niet snel genoeg. Qua geest dan he?
Ik probeer de hele wereld in mijn handen te dragen, te slepen naar waar ik hem hebben wil. In licht waar ik hem kan bestuderen en begrijpen. Ik zou moeten rollen, maar dat doe ik niet. Ik ben veel te bang om de wereld de grond te laten raken, te bang om een fout te maken. Op die manier maak ik alleen maar grotere fouten. En er komt een tijd dat mensen dat door hebben. Hoe slordig, asociaal en lui ik ben. Maar dat zal nog heel lang duren. Zeker omdat ik er aan werk. Ik probeer beter op te letten, meer contacten te onderhouden en koesteren en wil me beter inzetten in alles wat ik doe. Ik ben er nog niet, maar ik werk eraan. Ondertussen waan ik mezelf groot, omdat ik wil groeien en bloeien en de wereld in mijn licht wil zetten.

Maakt u zich niet druk, zulke gedachtegangen lijken zwart op wit een stuk serieuzer en kwader, maar ze leiden me niet af

van...

GEDICHTJES OH JOTTEM! HEEL WAT KLEINE KORTE DIN-CHENTJES VOOR UWER VERMAAK!

- Stripper



Slowly moving her hand,
To remove the shirt and
With her body tightly sealed,
My mind is alert,
When the surface is revealed
Of yet another shirt...

- The wretched pale-skinned girl

Would you stop staring at me!
I despise you, can't you see?
Your hungry eyes burn,
So I'll ignore them and turn.

- Pretty

Pretty as a rosebud,
More pretty than her mother.
She doesn't really like me, but
I love her like no other.

 
-Verloren

Als je me roept,
Zal ik je horen,
Als zij me roept,
Ben ik verloren.
Noem jij mijn naam,
Dan zal ik blij zijn
Noemt zij mijn naam,
Dan doet mijn hart pijn.
 
- Jammer dan

Ik wil je ogen niet meer zien,
Je weet dat ik je niet verdien.
Het klinkt misschien wat raar schat,
Maar toch wou ik da'k je had.

- Ongewoon

Vrouwelijk schoon,
Wordt nooit gewoon.
Ze zijn altijd in zicht,
Behalve met ogen dicht.
Ik heb een gedicht gemaakt,
Helemaal alleen voor jou.
Hij is misschien dan niet volmaakt,
Maar er staat dat ik van je hou.

- Iets

Was daar iemand?
Ik dacht dat ik iets hoorde.
Was daar niemand?
Er was iets wat me stoorde.
Ik ben niet gek ja,
Alleen misschien paranoïa.

 - Rennen

Hijgen als een gek,
Als eerste over de lijn.
Zo is het om op de plek,
Van winnaars te zijn.
De wereld is mijn trofee,
Dit geluk neem ik mee.

 - Ziek

Ik lig in een bed
Onheelbaar ziek.
Misschien red ik het net,
Dat weet ik niet.
Infuus is mijn keten
Kamer mijn cel.
Pijn vergeten
Kan ik wel.

 - Tradition

When I see you in action,
And feel the attraction,
You fuel the admiration,
Of my heart's desperation.
You turn me on,
You know you won.

- Dwight

Hear the tale 'bout dem pirate named Dwight,
He set sail alone at night,
Bad pirate and not very bright,
Got with dem Kraken in a fight.
A tireless battle in the moonlight,
Yet no match for Kraken, Dwight was crushed tight.

           
- Meisjes

Is er een dag somber en grauw,
En heb ik weer geen zin,
Dan komen ze al gauw,
En kleuren de grijze massa in.

Lachende meisjes
Zijn een wonder,
Lachende meisjes,
Kan niet zonder




Beste mensen, soms draai ik door, mijn excuses daarvoor. Ik denk dat ik de waarschuwing bij moet werken.

Adios

maandag 4 juli 2011

Rules don't rule, I do

When I saw you, It was like I'd never seen a girl before.
Didn't know what to do, Before you were outside the store.

Ik leer hier dode talen,
Van de Griek en de Romein
Mythologische verhalen,
Om gymnasiast te zijn.
Ik ben me aan het vervelen,
Dus ga ik dichtertje spelen,
Door dit versje met je te delen.

Hee, meneer Ornée,
Neemt u nog koffie mee?
Om wakker te blijven,
En ons met grammatica in te lijven.
De kwelling van de spelling
Van de Nederlandse taal.
Het verdwijnen van breinen,
Is er onze ergste kwaal.
Maak korte metten met slecht opletten,
En vertel ons een verhaal.
Over de kwelling van de spelling
Van de Nederlandse taal.

Peroxide, waterstof, natriumfosfaat
Ik weet al lang niet meer waar dit over gaat
Germanium, titaan, broom
Van scheikunde wordt ik sloom

Mijn ogen zijn geopend,
Maar mijn gedachten nog wat vaag.
Ik kan nu niet wegdromen,
Want ik heb wiskunde vandaag.

zaterdag 2 juli 2011

Paranoid

AAARGHH,

Ik ben nog nooit zo gejend door mijn mobiel. Don Juan zit er niet in vanavond...

Vrees

"Ik ben bang voor de werld,
Bang voor jou,
Bang voor die kerel
En bang voor die vrouw.

Bang voor wat ik heb gedaan,
Bang voor wat ik moet doen,
Bang voor het schoppen en slaan
En voor het geven van een zoen.

Ik ben o-zo bang voor jou
Bang voor wat je bent
Bang dat ik misschien van je hou
Bang dat je me herkent

Bang voor buiten,
Bang voor binnen
Voor niet besluiten
En voor beginnen

Het meest bang ben ik voor mezelf,
Omdat ik diep vanbinnen weet
Dat ik de enige ben die niet bang hoeft te zijn.
Bang, dat ik je vergeet."



Verliefd, ook op de rest
  

"Mooie voeten, mooie handen
Mooie oren, mooie tanden,
Mooie frons en mooie rug
Mooie tijd, ik wil terug.

Niet je borsten of je billen,
Het is mak'lijk die te willen.
Maar je buik en mooie nek,
Maakten me pas echt gek.

Kijk eens verder dan je neus
Of er achter misschien,
Maar doe niet hypocriet
Als je de waarheid wel kunt zien.

Want jij zag ook mijn gezicht,
Dat was te veel.
Ik kneep abrupt mijn ogen dicht,
Bang voor oordeel.

Openend zag ik die blik,
Die niet naar mij keek
Maar naar mijn lelijke ik
En toch, mijn hart bezweek.

Ik kon niet met je praten,
Zelfs als mijn angst het toe zou laten,
Want ik had wel in de gaten,
Dat je me gauw zou gaan verlaten."